Het Parool
Met haar schilderijen waarin actuele onderwerpen als overconsumptie, de invloed van mode en ongelijkheid centraal staan, verovert Jade van der Mark (32) de internationale kunstwereld. ‘Mijn schilderijen zijn donkere verhalen in kleur.’
Sara Luijters
Verzamelaars wereldwijd kopen haar schilderijen, ze exposeert op kunstbeurzen over de hele wereld en op jet setfeestjes staat ze zij en zij met sterren als Asap Rocky en Lenny Kravitz. Het is moeilijk voor te stellen dat Jade van der Mark nog maar een paar jaar geleden aan het ploeteren was om met haar label, ‘Statement made by Jade’, voet aan de grond te krijgen in de modewereld. Ze verdiende haar geld als receptionist bij het kantoor van Tommy Hilfiger en Calvin Klein en door haar woning onder te verhuren. “Zelf sliep ik in mijn antikraakatelier, een kerkbij het Sta dionplein, zonder douche. De ratten renden er rond, dus bouwde ik met mijn schilderijen een hok om in te kunnen slapen,” zegt ze in The Hoxton, tijdens een bliksembezoek aan Amsterdam. Van der Mark groeide op in kunstenaarsdorp Bergen, dichter Theo Olthuis en kunstenaar Koos Breukel kwamen bij haar ouders over de vloer. “We woonden in een oude boerderij, ik zorgde voor twee ganzen waarvan ik de eieren zelf had uitgebroed. In de ochtend maakte ik een gakkend geluid en dan kwamen ze vanuit het weiland naar me toe gevlogen. Het leek allemaal heel idyllisch, maar mijn ouders hadden een slecht huwelijk. Ze scheidden met veel ruzie toen ik zestien was, een jaar later pakte ik mijn koffers en verhuisde ik naar Bonaire.” V
Beatrix – in kleren én naakt
Daar ontmoet ze fotograaf en avonturier Anton Veldkamp: “Hij zat altijd te schrijven in een hutje op het strand, hij zag
mij schetsen en we raakten bevriend. Hij moedigde me aan terug te gaan naar Nederland, naar de kunstacademie. Op mijn zestiende was ik al aangenomen op de Rietveld, met twee schilderijen die ik had gemaakt van Beatrix – in kleren én naakt. Maar uiteindelijk adviseerden ze me daar eerst wat van de wereld te gaan zien.” Weer in Nederland begint de zoektocht naar een kunstopleiding die bij haar past. “Ik verwachtte een vrije wereld aan te treffen, maar als schilder en als vrouw op hakken en met lang haar werd ik op de kunstopleidingen meteen in een hokje geduwd. Van de Rietveld ging ik naar ArtEZ in Arnhem, waar ik werd weggepest.” Uiteindelijk vindt Van der Mark haar draai op de opleiding Textiel en Mode aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Ze loopt stage bij Viktor & Rolf en in 2016 wint ze de Dutch Fashion Award tijdens de Fashionweek in Milaan voor haar schilderijen, die ze verweeft tot draagbare
kunstwerken. Ontwerpers van de grote modehuizen zitten in de jury en Van der Mark wordt uitgenodigd op het kantoor van Dolce & Gabbana. Ze bieden haar aan om stage te komen lopen en voor het modemerk aan de slag te gaan als designer. Ze slaat het aanbod vriendelijk af. “Ik volg altijd mijn gevoel; ik moest verder gaan met mijn eigen label én met schilderen.” Als receptionist maakt Van der Mark tussen dat werk door schetsen van de ceo’s die zich bij de balie melden. “Jo pie, een Amsterdamse chauffeur van het bedrijf, vertelde over de tekeningen aan de echtgenote van een van de directieleden die hij rondreed. Schilderen was haar hobby en ze nodigde me uit op haar atelier.” Nadat de echtgenote de schetsen had laten zien aan een bekende Spaanse kunstverzamelaar, die vervolgens een schilderij van Van der Mark koopt, begint het balletje te rollen. Van der Mark besluit alles hier achter zich te laten, ook haar modelabel, om het te gaan maken als schilder in Londen, episch centrum van de kunstwereld. “Ik huurde een soort kast om in te wonen. Overdag schilderde ik in een atelier op een verlaten industrieterrein en ’s avonds ging ik naar feestjes, al vond ik er vaak niks aan. Het liefste zit ik de hele dag in mijn schildersbubbel, maar om internationaal door te breken is netwerken noodzakelijk.”
Keiharde kunstwereld
Ze begint een crowdfunding om haar eerste expositie te organiseren en met het opgehaalde bedrag huurt ze voor haar expositie een tijdelijke ruimte in Mayfair, een van de duurste wijken van Londen. “Op dat moment brak de pandende uit, maar mensen kwamen toch, op afspraak en met een mondkapje op. Na mijn show stroomden de aanvragen binnen via Instagram en kreeg ik een galerie, Ronchini.” “Het gaat heel goed nu, helemaal na de uitverkochte solo-expositie in Miami, en op kunstbeurzen in Bazel en binnenkort in Dubai. Maar de kunstwereld is keihard: je kunt zo weer buiten de markt worden geplaatst. Er zijn rond de 3500 verzamelaars in de wereld die samen bepalen welke kunstenaars gewild zijn. Nu kopen ze mijn werk omdat ze denken dat het meer waard wordt. Die waarde moet je wel langzaam opbouwen. Ik verkoop tegenwoordig, heel strategisch, aan verzamelaars met goede collecties. Er zijn ook mensen die met adviseurs de galerie binnenwandelen en doen alsof ze een broodje bij de bakker komen kopen. Maar mijn schilderijen zijn mijn kinderen; soms verkoop ik een werk niet als ik denk dat het schilderij daar zelf niet blij van gaat worden.” Het is ironisch, geeft ze toe; in haar schilderijen zet ze de jetset die haar werkt koopt kritisch neer, als verveelde, overconsumerende rijken. Op het schilderij Greed staan mensen met hebberige blikken zich te verdringen voor een Louis Vuittonwinkel. “Alles draait om overconsumeren, maar van binnen zijn deze mensen heel arm. Ze inspireren me omdat ze zo tekenend zijn voor deze tijd. Ik schets ze als ik door Londen wandel en ik probeer met ze in contact te komen, maar niemand praat nog met elkaar. De sfeer in de stad wordt door de stress van de inflatie steeds grimmiger.” Zelf neemt ze elke maand een dakloze mee uit eten. ”Ik heb dat altijd gedaan, ook toen ik nog studeerde. Ik vind het niet meer dan normaal om iets te doen voor een ander. Ik nam in de winter eens een dakloze jongen mee naar de Dappermarkt voor warme kleren en een Nokia. Ik liet hem beloven iets van zijn leven te maken en vijf maanden later
stuurde hij me een bericht dat hij werkte als kok en dat het goed ging.” Van elk verkocht schilderij zet Van der Mark een deel apart voor haar stichting V Formation voor kinderen uit onveilige thuissituaties. “Al sinds mijn twaalfde is het een droom om ooit een aantal opvanghuizen te beginnen voor kinderen.”
Berlijn en dan New York
Soms wordt haar gevraagd of ze de uitdrukkingen van de mensen in haar werk niet wat vrolijker kan schilderen. “Mijn schilderijen zijn donkere verhalen in kleur. Als iemand werk van me koopt, ga ik erover in gesprek. Ik houd mensen een spiegel voor en haal ze vervolgens over te investeren in mijn project.” Ze ziet zichzelf vooral als een observator van de lege glamourwereld die ze in haar schilderijen portretteert. “Ik wil mensen uit alle lagen ontmoeten, ze zeggen veel over deze tijd. Met mijn werk wil ik een connectie terugbrengen tussen mensen.” Haar reusachtige doek We Are All Human is daar een voorbeeld van. Ooit wil ze het gejaagde stedelijke leven achter zich laten. “Deze zomer was ik tijdens een artist residency in Umbrië, ik werd er verliefd op de streek. Ik ben nu aan het kijken of ik daar een huis met een atelier kan kopen. Ik wil me er terugtrekken, met een paar ganzen en een varken.” Maar eerst moeten Berlijn, waar ze net getekend heeft bij een galerie, en de kunstwereld in New York nog worden veroverd. “Het klimaat is nu heel gunstig voor twee groepen in de kunst: personen van kleur en vrouwen, dat is heel goed. De concurrentie is wel heel groot, maar ik ben enorm gedreven. Het klinkt misschien gek, maar als ik schilder is het net alsof ik gestuurd word, het is als praten met God.”
‘Ik sloeg een aanbod van Dolce & Gabbana af, ik volg altijd mijn gevoel en ik wilde schilderen’
Lees hier het volledige artikel: https://www.parool.nl/ps/jade-van-der-mark-ging-van-receptioniste-naar-gevierd-jetsetkunstenares-ik-portretteer-de-lege-glamourwereld~be33746f/